Voor velen voelt het alsof het moderne tijdperk ons een gezondheidsepidemie heeft opgeleverd, maar dit hoeft niet zo te zijn. De toegenomen welvaart en de psychologisering van de arbeid leiden juist tot mooie kansen en mogelijkheden. Vroeger waren we druk bezig een beter leven te ontwikkelen. Nu leven we in een wereld waarin we een fantastisch leven kunnen opbouwen. Door de toegenomen welvaart is de focus verschoven van welvaart naar welzijn. We hebben hierdoor eindelijk tijd en ruimte om aandacht te besteden aan onderwerpen zoals welbevinden, persoonlijke groei en geluk. We illustreren dit aan de hand van een behoeftentheorie.
Door de toegenomen welvaart in onze maatschappij wordt veelal in onze basisbehoeften voorzien. Het gaat om bestaansbehoeften, zoals lichamelijke behoeften, veiligheid en zekerheid. De voldoening van deze basisbehoeften zorgt ervoor dat wij andere behoeften krijgen: de behoefte aan erkenning, waardering en zelfrealisatie. Dit zijn groeibehoeften. Psycholoog Maslow heeft met zijn behoeftepiramide, zie het figuur hieronder, de behoeften van mensen gerangschikt. De piramide helpt verklaren hoe behoeften mensen motiveren. Pas als aan een lagere behoefte is voldaan, ontstaat de motivatie om aan de voldoening van de volgende behoefte te werken. Omgekeerd geldt hetzelfde: als aan de lagere behoeften niet meer kan worden voldaan, zijn we niet meer gemotiveerd om onze hogere behoeften te onderhouden. Waar vroeger de focus lag op levensonderhoud, ligt tegenwoordig de focus veel meer op het beste uit onszelf halen. In ons huidige tijdperk, waarin verandering de enige constante factor is, moeten we voor stabiliteit terug naar onszelf. Onze identiteit wordt steeds minder gevormd door wat wij doen en veel meer door wie wij zijn. Zijn wie je bent leidt ertoe dat je van betekenis kunt zijn en zingeving ervaart. Werk is als gevolg van de behoefte om onszelf te zijn uitgegroeid van een plicht naar een activiteit die betekenis, zingeving en plezier moet geven aan het leven. Werk wordt gezien als kans om te leren. Dit leidt ertoe dat medewerkers minder loyaal zijn aan één werkgever. Als namelijk niet wordt voldaan aan de behoefte aan bijvoorbeeld loopbaanperspectieven, is het risico groot dat medewerkers de organisatie vroegtijdig verlaten. We kunnen dus concluderen dat de houding van medewerkers is veranderd. We verwachten van werkgevers dat zij ons de mogelijkheden bieden om ons mentale kapitaal te versterken en dat zij voorzien in onze groeibehoeften.